Shuri Ryu stamt af van het oorspronkelijke karate van het eiland Okinawa, dat tussen Japan en de Filipijnen in ligt. Het onderscheidt zich van andere stijlen door zijn grote rijkdom aan technieken en oefeningen en door de aandacht voor ontspanning en vloeiende beweging. Er is alleen licht contact en er wordt veel gedaan aan veiligheid en blessurepreventie. Hieronder vind je meer over de historische achtergrond van onze stijl en van karate in het algemeen.
China
De ontstaansgeschiedenis van karate voert terug naar China aan het begin van de zesde eeuw. Volgens het oude verhaal trok de Indiase monnik Bodhi Dharma, de eerste patriarch van het zenboeddhisme, in die tijd te voet de Himalaya over om in China het boeddhisme te verspreiden.
Aangekomen bij het klooster van Shaolin in de provincie Honan ontdekte hij dat de monniken mentaal en fysiek niet in staat waren zijn veeleisende onderricht te volgen. Bovendien waren ze weerloze slachtoffers voor bandieten. Daarom ontwikkelde Bodhi Dharma een soort fitnessprogramma, gebaseerd op de boeddhistische gedachte dat lichaam en geest een eenheid vormen. Hierbij maakte hij onder andere gebruik van langzame adem- en bewegingsoefeningen. Ook werd aandacht besteed aan hoe wilde dieren hun natuurlijke wapens gebruiken, zoals de kraanvogel zijn snavel en poten en de tijger zijn klauwen.
Na de ondergang van Shaolin in de zeventiende eeuw verspreidden de overgebleven monniken en nonnen zich en stichtten verschillende vechtkunststijlen die onder het Manchuregime in het geheim werden beoefend.
Okinawa
Okinawa is het hoofdeiland van de Ryukyu-archipel, die tussen Japan en Taiwan loopt. Rond 1500 verbood de koning het dragen van wapens op het eiland, ook door de adel. Daardoor ontstond er een levendige interesse in de kunst van het vechten zonder wapens.
Door de diplomatieke en handelscontacten met China werd de Okinawaanse vechtkunst sterk door de Chinese beïnvloed. Vanaf 1609 werden de Ryukyu-eilanden door de Japanners overheerst; het dragen van wapens bleef verboden en tot aan de afschaffing van het Japanse feodale systeem in 1868 werd tote (‘Chinese hand’) in het geheim beoefend. Een van de lokale stijlen van tote was Shurite, waarop Shuri Ryu mede gebaseerd is.
Een grote naam in Shurite is die van Sokon Matsumura (ca. 1809–1901), een lijfwacht van de koning. Hij werd door de koning naar Fuchou in China gestuurd om zich in de Chinese vechtkunst (Chuan Fa en Hsing Yi) te bekwamen. Na zijn terugkeer gaf hij les in Shurite op een veldje in de toenmalige Okinawaanse hoofdstad Shuri.
Een van Matsumura’s leerlingen was Anko Itosu (1832–1916), een van de eerste Okinawaanse meesters die tote onder de aandacht van de Japanners bracht.
Naast het traditionele tote ontwikkelde hij een sportiever en ongevaarlijker versie die aan schooljongens kon worden geleerd als voorbereiding op de militaire dienst. Door toedoen van Itosu’s leerling Gichin Funakoshi (1868–1957) werd deze versie in heel Japan populair. De naam ‘tote’ werd in de jaren dertig onder invloed van het Japanse nationalisme vervangen door ‘karate (-do)’: het karakter voor ‘China’, dat als ‘to’ of als ‘kara’ kan worden uitgesproken, werd vervangen door het karakter voor ‘leeg’, ‘kara’.
Choki Motobu (1871–1944) was een leerling van Matsumura en Itosu en bovendien een beruchte vechtersbaas. Meer dan andere karateka’s had hij oog voor de praktische toepassing van technieken en voor kumite (sparren). Nadat hij in de jaren ’20 beroemd was geworden door een Russische profbokser KO te slaan tijdens een wedstrijd in Osaka, ging hij lesgeven in Japan en op Okinawa. Zijn dojo in Tokyo heette Daidokan, ‘de brede weg’: het was de eerste dojo die ook voor vrouwen en westerlingen openstond.
Het ontstaan van Shuri Ryu
Okinawa was een belangrijke uitvalsbasis van het Amerikaanse leger van 1945 tot en met de Vietnamoorlog. Op de bases van het leger gaven Okinawaanse karateka’s les aan de soldaten, die vervolgens in belangrijke mate bijdroegen aan de verspreiding van karate over de wereld.
Het verhaal van grootmeester Robert Trias (1922–1989) is hier een variant op. Hij was in 1942 op de Solomoneilanden gelegerd (ten oosten van Papoea-Nieuw Guinea) en ging daar in de leer bij T’ung Ji Hsing (of Hsiang).
Hsing was een meester in Hsing Yi die op Okinawa had gewoond en daar een mooie uitwisseling met Choki Motobu had gehad. Toen Hsing later op de Solomoneilanden was, versloeg hij bokskampioen Trias zonder enige moeite en werd vervolgens zijn leraar. De combinatie van Hsing Yi en Shurite zou de basis worden van Shuri Ryu, de stijl die Trias vervolgens stichtte in de Verenigde Staten.
Grootmeester Trias was in 1945 degene die karate in de VS introduceerde. In 1946 stichtte hij de eerste karateschool van de VS in Phoenix, Arizona.
Shuri Ryu in Nederland
Wendi Dragonfire hanshi (9e dan Shuri Ryu-karate, 2e dan Modern Arnis) begon in 1971 bij grootmeester Trias te trainen. In 1975 behaalde ze de zwarte band. In 1984 introduceerde zij tijdens een zomertraining de stijl in Nederland en in 1985 vestigde ze zich definitief in Nederland. Zij is formeel het hoofd van Shuri Ryu in Nederland en Duitsland.
Er zijn nog verschillende andere Shuri-dojo’s in Europa (o.a. in Bonn en Esbjerg, Denemarken). Een van Dragonfire hanshi’s hoogste leerlingen is Lydia Lang kyoshi (7e dan Shuri Ryu-karate); samen met Ute Pemöller renshi (6e dan Shuri Ryu-karate) leidt zij een dojo in Berlijn. Daidokan Leiden bestaat (onder verschillende namen) sinds 1989 en wordt nu geleid door Ilia Neudecker sensei (3e dan Shuri Ryu-karate) en Roek Vermeulen sensei (2e dan Shuri Ryu-karate); de examens worden afgenomen onder leiding van Lydia Lang kyoshi.